Hoge Raad verschaft duidelijkheid over het begrip renovatie!

Als er werkzaamheden in of aan het gehuurde verricht moeten worden is het belangrijk te bepalen of deze werkzaamheden gezien kunnen worden als "renovatiewerkzaamheden" of als "dringende werkzaamheden".

Als de huurder namelijk gedwongen zou moeten verhuizen om een renovatie mogelijk te maken dan heeft hij recht op de wettelijk vastgestelde verhuiskostenvergoeding (van bijna € 6.000,-). Vaak maken partijen op dit punt van de wet afwijkende afspraken waarbij huurder afstand doet van de verhuiskostenvergoeding. De vraag is of dit is toegestaan? 

Als er alleen dringende werkzaamheden worden uitgevoerd (en dus geen renovatiewerkzaamheden), kan een huurder geen aanspraak maken op een verhuiskostenvergoeding. 

Ook in het geschil bij het Hof Arnhem- Leeuwarden bestond discussie over dringende werkzaamheden en renovatie.

Huurders verhuizen tijdelijk voor het verrichten van diverse werkzaamheden. Nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd keren huurders terug in het gehuurde en vragen verhuurder alsnog om een verhuiskostenvergoeding. 

Is verhuurder aan huurders een verhuiskostenvergoeding verschuldigd?

Voordat het hof uitspraak doet, stelt zij aan de Hoge Raad een aantal vragen. De Hoge Raad antwoordt als volgt:

  1. Renovatie is in beginsel gericht op toename van het woongenot en dringende werkzaamheden niet;
  2. Een verhuiskostenvergoeding is slechts verschuldigd in het geval de werkzaamheden die nodig zijn voor renovatie verhuizing noodzakelijk maken;  
  3. Als renovatie en dringende werkzaamheden worden gecombineerd is een verhuiskostenvergoeding alleen verschuldigd indien de werkzaamheden voor renovatie verhuizing noodzakelijk maken. De overige (dringende) werkzaamheden tellen bij de beoordeling voor het toekennen van een verhuiskostenvergoeding niet mee; 
  4. Voor het betalen van een verhuiskostenvergoeding door verhuurder is niet van belang of de renovatie op initiatief van huurder of verhuurder gebeurt; 
  5. Van het recht op een verhuiskostenvergoeding kan door huurder geen afstand worden gedaan. 

Hiermee wordt duidelijk gemaakt wat het onderscheid is tussen dringende werkzaamheden en renovatie en tegelijk geeft de Hoge Raad zekerheid over de verschuldigdheid van verhuiskosten.

Wat helaas open blijft is het antwoord op de vraag wanneer er nu precies een noodzaak tot verhuizing ontstaat? Is dat als er een paar dagen geen keuken of badkamer beschikbaar is, of moet er meer aan de hand zijn?

Nu duidelijk is dat de verhuiskostenvergoeding van dwingend recht is en hiervan niet kan worden afgeweken valt verder te verwachten dat verhuurders eventuele werkzaamheden zo zullen inkleden dat de huurder niet hoeft te verhuizen en men zal niet zo snel meer genegen zijn renovatiewerk op verzoek van de huurder uit te voeren als dit zonder uitzondering betekent dat er bovenop de kosten in alle gevallen een verhuiskostenvergoeding verschuldigd zal zijn.

Naar verwachting zal er dan ook nog regelmatig geprocedeerd worden over deze vragen.

Klik hier voor de volledige uitspraak

 

Terug naar overzicht