Streep door inkomensgerelateerde huurverhoging?
In gevallen waarin een verhuurder een (sociale huur-) woning verhuurt aan een huurder die volgens de wettelijke normen een ‘te hoog’ inkomen geniet, heeft de verhuurder sinds 2013 de mogelijkheid om de huur met een hoger percentage te verhogen dan het geval is bij andere huurders.
Dit om te stimuleren dat de ‘scheefwonende’ huurder vertrekt uit de woning zodat deze beschikbaar komt voor de doelgroep.
Om die regeling ook maar enige kans van slagen te geven is in de wet de mogelijkheid gecreëerd voor de verhuurder om bij de Belastingdienst de inkomensgegevens van de huurder op te vragen (artikel 7:252a BW en artikel 19a UHW).
Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 februari 2016 volgt dat de Belastingdienst bedoelde inkomensgegevens niet mag verstrekken omdat de verplichting hiertoe niet uitdrukkelijk en duidelijk genoeg in de wet staat.
Uit de bedoeling en de totstandkomingsgeschiedenis van de betreffende wetsartikelen kan misschien wel afgeleid worden dat de Belastingdienst verplicht zou zijn om de door de verhuurder gevraagde gegevens te verstrekken, maar dat is volgens de Afdeling niet genoeg. Om af te wijken van de wettelijke geheimhoudingsplicht die de Belastingdienst heeft ten aanzien van de inkomensgegevens is het nodig dat de wet ook een uitdrukkkelijke verplichting bevat om die gegevens te verstrekken.
De wetgeving op dit punt is dus gebrekkig en totdat dit is gerepareerd kunnen mogelijk scheefwonende huurders een inkomensgerelateerde huurverhoging frustreren door bij de Belastingdienst verzet aan te tekenen tegen verstrekking van zijn of haar inkomensgegevens.
Terug naar overzicht